Monografie
Algemeene Manier van de Hr. Desargues, Tot de practijck der Perspectiven, gelijck tot die der Meet-Kunde, met de kleyne Voet-maet : Mitsgaders Der plaatsen, en proportien van de stercke en flaauwe Rakingen, of Kleuren
- Weitere Titel
-
Algemeene Manier ... Tot de practijck der Perspectiven, gelijck tot die der Meet-Kunde, met de kleyne Voet-maet
Algemene Manier van de Hr. Desargues, om de Practÿk der Doorzight-Kunde, gelÿk die der Meet-Kunde mit de kleyne voetmaat uyt te wercken
Algemene Manier van de Hr. Desargues, om de Practÿk der Doorzight-Kunde, gelÿk die der Meet-Kunde mit de kleyne voetmaat uyt te wercken
Manière universelle pour pratiquer la perspective par petit-pied
- Sprache
-
Niederländisch
- Umfang
-
[5], 288 S., 156 Bl. : Kupfertit., 156 Taf., graph. Darst.
- Anmerkungen
-
SUB Göttingen.
Electronic reproduction. Göttingen : Niedersächsische Staats- und Universitätsbibliothek, 2009. TIFF, Vers. 6.0, 600 dpi, 1 bit (s/w), ITU group 4; Digitalisierungsvorlage: Primärausgabe.. Zugl. digitaler Master.
By-een-gevoeght door Abraham Bosse, En uyt het Frans vertaalt van J. Bara
- Standort
-
Nds. Staats- und Universitätsbibliothek Göttingen (DE-7)
Urheber
Beteiligte Personen und Organisationen
Erschienen
Amsterdam : Danckertsz , 1664 -
- Letzte Aktualisierung
-
12.01.2024, 10:04 MEZ
Objekttyp
- Monografie
Entstanden
- Amsterdam : Danckertsz , 1664 -
Ähnliche Objekte (12)
d'Heer Desargues, Van de Practyck der Doorzight-Kunde, Tot de Plaatzen en Proportien, der stercke en flauwe Rakingen, of Kleuren. Tweede Deel.
Eerste Deel Tot de Regel Van de Practyck Der Doorsightkunde, Of Perspectiven : Nopende de Treck der leggende, verheve en schuyne, of profijl-figuuren, en van de schaduw, en het geschaduwde.
Twaelfde Capittel. Dat dees manier van het Perspectif, of Doorsicht-kunde te practiseren, of uytoeffenen, grootelijcks voorbatiger dan de aal-oude zijn.
Kap. XXVII. Allerhande soorten van rakingen of kleuren, in't light en schaduw, ontkleuren en flaauwen even eens op d'eene, en d'andere manier, namentlijck op d'eene manier verlightende, en op d'andere verduysterende.
Kap. VI. Het gezighte van't ontwerp wert verdeelt in't gevoelen, of begrip van haar streeck, en in dat van'er kleur. En op wat manier elck, dezer twee gevoelen, in het oogh verzwakt.
Kap. XXVI. De kennisse van dees regel maakt den Arbeyder vaardiger, dan by zoude zonder haar in de practijck der Teken-kunde konnen zijn.
Tweede Capittel. De practijck, of oeffeningh in de Teken-konst, en de kennisse der Doorsicht-kunde zijn haar te samen noodigh, de welcke in die Konst na vermogen uytmunten willen.
Thiende Capittel. Daar zijn vertogingen in de Teken-kunde, dewelcke allesints konnen gemeten werden door een selfde grootte, en andere wederom niet; en welcke dese twee soorten van vertogingen zijn.
Seste Capittel. De Practijck van de Geometrische, of Meet-kundige kleyne voet, is niet het geen men werckige, of Practijckige Meet-kunde noemt, en dees verhandelingh onderwijst noch het een, noch het ander.
Sevende Capittel. Die haar van't voornemen, of toelegh dienen, hebben, behalven de voorige, mogelijck een andere oorsaack gehadt, om haar, na behooren, tot de Doorsicht-kunde te begeven, en welcke die reden, of oorsaack.
Cap. XIX. De Practijck van het Perspectif (doorzightkunde) of Tekenkunde, is verdeelt in vier voorname delen.
Kap. IV. Wat d'Heer Desargues verstaat met de stercke, en flaauweraak verwen, of kleuren.
d'Heer Desargues, Van de Practyck der Doorzight-Kunde, Tot de Plaatzen en Proportien, der stercke en flauwe Rakingen, of Kleuren. Tweede Deel.
Eerste Deel Tot de Regel Van de Practyck Der Doorsightkunde, Of Perspectiven : Nopende de Treck der leggende, verheve en schuyne, of profijl-figuuren, en van de schaduw, en het geschaduwde.
Twaelfde Capittel. Dat dees manier van het Perspectif, of Doorsicht-kunde te practiseren, of uytoeffenen, grootelijcks voorbatiger dan de aal-oude zijn.
Kap. XXVII. Allerhande soorten van rakingen of kleuren, in't light en schaduw, ontkleuren en flaauwen even eens op d'eene, en d'andere manier, namentlijck op d'eene manier verlightende, en op d'andere verduysterende.
Kap. VI. Het gezighte van't ontwerp wert verdeelt in't gevoelen, of begrip van haar streeck, en in dat van'er kleur. En op wat manier elck, dezer twee gevoelen, in het oogh verzwakt.
Kap. XXVI. De kennisse van dees regel maakt den Arbeyder vaardiger, dan by zoude zonder haar in de practijck der Teken-kunde konnen zijn.
Tweede Capittel. De practijck, of oeffeningh in de Teken-konst, en de kennisse der Doorsicht-kunde zijn haar te samen noodigh, de welcke in die Konst na vermogen uytmunten willen.
Thiende Capittel. Daar zijn vertogingen in de Teken-kunde, dewelcke allesints konnen gemeten werden door een selfde grootte, en andere wederom niet; en welcke dese twee soorten van vertogingen zijn.
Seste Capittel. De Practijck van de Geometrische, of Meet-kundige kleyne voet, is niet het geen men werckige, of Practijckige Meet-kunde noemt, en dees verhandelingh onderwijst noch het een, noch het ander.
Sevende Capittel. Die haar van't voornemen, of toelegh dienen, hebben, behalven de voorige, mogelijck een andere oorsaack gehadt, om haar, na behooren, tot de Doorsicht-kunde te begeven, en welcke die reden, of oorsaack.
Cap. XIX. De Practijck van het Perspectif (doorzightkunde) of Tekenkunde, is verdeelt in vier voorname delen.
Kap. IV. Wat d'Heer Desargues verstaat met de stercke, en flaauweraak verwen, of kleuren.
d'Heer Desargues, Van de Practyck der Doorzight-Kunde, Tot de Plaatzen en Proportien, der stercke en flauwe Rakingen, of Kleuren. Tweede Deel.
Eerste Deel Tot de Regel Van de Practyck Der Doorsightkunde, Of Perspectiven : Nopende de Treck der leggende, verheve en schuyne, of profijl-figuuren, en van de schaduw, en het geschaduwde.
Twaelfde Capittel. Dat dees manier van het Perspectif, of Doorsicht-kunde te practiseren, of uytoeffenen, grootelijcks voorbatiger dan de aal-oude zijn.
Kap. XXVII. Allerhande soorten van rakingen of kleuren, in't light en schaduw, ontkleuren en flaauwen even eens op d'eene, en d'andere manier, namentlijck op d'eene manier verlightende, en op d'andere verduysterende.
Kap. VI. Het gezighte van't ontwerp wert verdeelt in't gevoelen, of begrip van haar streeck, en in dat van'er kleur. En op wat manier elck, dezer twee gevoelen, in het oogh verzwakt.
Kap. XXVI. De kennisse van dees regel maakt den Arbeyder vaardiger, dan by zoude zonder haar in de practijck der Teken-kunde konnen zijn.
Tweede Capittel. De practijck, of oeffeningh in de Teken-konst, en de kennisse der Doorsicht-kunde zijn haar te samen noodigh, de welcke in die Konst na vermogen uytmunten willen.
Thiende Capittel. Daar zijn vertogingen in de Teken-kunde, dewelcke allesints konnen gemeten werden door een selfde grootte, en andere wederom niet; en welcke dese twee soorten van vertogingen zijn.
Seste Capittel. De Practijck van de Geometrische, of Meet-kundige kleyne voet, is niet het geen men werckige, of Practijckige Meet-kunde noemt, en dees verhandelingh onderwijst noch het een, noch het ander.
Sevende Capittel. Die haar van't voornemen, of toelegh dienen, hebben, behalven de voorige, mogelijck een andere oorsaack gehadt, om haar, na behooren, tot de Doorsicht-kunde te begeven, en welcke die reden, of oorsaack.
Cap. XIX. De Practijck van het Perspectif (doorzightkunde) of Tekenkunde, is verdeelt in vier voorname delen.